Elsbeth Witt: “Een vertaling is vakwerk waar heel wat uren in zitten”

Mijn naam is Elsbeth Witt, ik ben 38 en woon in Utrecht met mijn vriend, zoon van 2 en twee katten. Ik ben zzp’er en werk als redacteur, schrijver en boekvertaler Engels – Nederlands. Ik heb drie jaar School voor Journalistiek gedaan en daarna Engels gestudeerd met een master Westerse Literatuur en Cultuur. Ik werk veel als eindredacteur en persklaarmaker van studieboeken en romans. Als ik boeken vertaal, zijn dat voornamelijk young adults. Ook schrijf ik feelgoodromans.

Wanneer ben je begonnen met vertalen? Wat was je eerste vertaling?
Mijn eerste boekvertaling deed ik in 2008. Het was een roman, De rode jurk. Ik vond het echt geweldig om mijn naam in het boek te zien staan. En dat vind ik nog steeds!

Welke vertaling van jou is het bekendste, denk je?
Stad-van-beenderenIk denk dat dat de young adult-serie De Kronieken van de Onderwereld is (in het Engels The Mortal Instruments). Deel 1, Stad van Beenderen is ook verfilmd en er is een Netflix-serie van gemaakt. Ik heb vijf van de zes delen vertaald.

Hoeveel boeken heb je inmiddels vertaald?
Ik geloof dat dat er twintig zijn, waarvan drie duovertalingen. Ik ben begonnen met luchtige romans en waargebeurde verhalen. Mijn eerste young adult was Drift, later opnieuw uitgebracht als Hush, hush. Sindsdien zit ik in de young adult-hoek en dat bevalt me prima.

Wat vind je het fijnste aan vertaler zijn? En wat vind je het minst fijne?
Het fijnste is toch wel dat ik me volledig kan onderdompelen in de wereld van een boek. Gewoon thuis, in een joggingbroek, kopje koffie en chocola erbij, kat op schoot, wetend dat ik aan iets werk dat niet over een uur of een dag af moet maar pas over een paar maanden. En dat is gelijk ook het minst fijne. Want ik werk goed als er deadlinestress is.

Ik vind het fijn om afwisseling te hebben. Om ’s ochtends op pad te gaan om iemand te interviewen voor een tijdschrift, en ’s middags thuis of in een koffiecafé verder te werken aan een redactieklus die volgende week af moet. Het grote gevaar van een half jaar de tijd hebben is bij mij dat er dagen tussen zitten dat ik niet zo veel doe (ja, Twitteren, online shoppen en YouTubefilmpjes kijken). En acht uur op een dag effectief vertalen is ook gewoon iets wat ik niet kan. Vandaar dat ik geen fulltime vertaler ben, maar ook nog redactie- en schrijfwerk doe.

Hoe ga je te werk?
Eerst lees ik een boek. Soms helemaal, maar stiekem begin ik soms al met vertalen voordat ik het uit heb, want ik ben ongeduldig. Ik werk snel en maak snel beslissingen. Als ik er echt niet uitkom, zet ik er in hoofdletters bij dat ik er nog naar moet kijken en dan komt dat later wel. Als het af is, lees ik het nog een keer door. Het helpt dat ik ook persklaarmaker ben, maar toch zie je van jezelf lang niet alles. Een eerste versie is bij mij al wel behoorlijk af.

Verder vertaal ik heel vrij. Ik verzin er heus geen dingen bij, maar een tekst moet lekker lopen. De lezer moet niet doorhebben dat het een vertaling is en ik vraag me bij iedere zin af: hoe zou je dit in het Nederlands zeggen? Soms betekent dat het weglaten van een grapje (dat compenseer ik door later weer een grapje toe te voegen ergens) of iets net even anders omschrijven. Of een zin in tweeën hakken.

Soms staat er zo’n typisch Engelse zin, die je onmogelijk goed krijgt. In dat geval laat ik de vertaling los en denk ik: wat staat er nou eigenlijk echt? En dan komt er vanzelf een zin die wél soepel loopt. Niet woord voor woord de Engelse vertaling, maar dat maakt dan niet uit. Ik vind het veel belangrijker dat het lekker leest dan dat ieder woordje uit het origineel erin staat. Als de veranderingen te gortig worden, overleg ik altijd met de redacteur van de uitgeverij.

Hoe gaat dat, samen vertalen? Wat zijn de voor- en nadelen?
De laatste drie vertalingen die ik deed waren duovertalingen. Ik werkte samen met Eenzaam-en-extreem-ver-wegvertaler Anne Marie Koper aan de Ventura-saga. Een young adult-serie die zich afspeelt op een ruimteschip. Ik werd hiervoor benaderd en baalde ervan dat ik er geen tijd voor had want ik vond het zo’n originele en leuke roman. Het grote voordeel was hier dus dat het wél door kon gaan, want ik kon het samen met iemand doen.

Wij vertaalden om en om, dus de een de even hoofdstukken, de ander de oneven hoofdstukken. We hadden een gezamenlijke Dropboxmap, een gezamenlijke woordenlijst en keken elkaars hoofdstukken na. Heel fijn, zo’n frisse blik op een tekst. En ook fijn om te kunnen sparren via WhatsApp, over de telefoon of tijdens een dag samen werken. Een nadeel is dat de ander een iets andere planning kan hebben, waardoor je op elkaar moet wachten. Maar met goede afspraken is dat te voorkomen. Ook kan de stijl wat afwijken, dus je moet wel in het begin al met elkaar praten over hoe je gaat vertalen en elkaar alvast een hoofdstuk laten lezen.

Welke hulpmiddelen gebruik je allemaal?
Ik ben nergens zonder de online Van Dale. De papieren versie heb ik ook hoor, die moest ik voor mijn studie aanschaffen, maar daar kijk ik bijna nooit meer in. Verder ben ik groot fan van het Trouw Schrijfboek, het boek Voorzetsels van Prisma, synoniemen.net, Urban Dictionary en Onze Taal. De lijst met vervoegingen van Engelse werkwoorden en de pagina ‘Er + voorzetsel + werkwoord’ van Onze Taal staan bij mijn favorieten. Wikipedia gebruik ik ook veel en ik Google me suf. (Beetje jammer van de advertenties die ik zie, is dat altijd. Nee, Google, ik heb geen interesse in het aanschaffen van middeleeuwse zwaarden, het was voor een boekvertaling…).

Wat zijn volgens jou de kenmerken van een perfecte vertaling?
Perfect bestaat niet, maar het kenmerk van een goede vertaling is voor mij dat de lezer niet doorheeft dat het een vertaling is. Ik wil niet dat je als lezer denkt: oh ja, ik zie wat er in het Engels stond.

Aan welke vertaling heb je goede herinneringen?
Aan De Kronieken van de Onderwereld. Het was voor mij voor het eerst dat ik een fantasy young adult ging vertalen. Ik had werkelijk niets met fantasy. Maar het heeft me positief verrast. Ik heb me erin verdiept en kwam erachter dat heel veel wezens – bepaalde soorten elfjes bijvoorbeeld – al bestonden in andere fantasyromans. Voor sommige wezens, voorwerpen of fantasyverschijnselen heb ik zelf de woorden verzonnen. Ik hield daar een uitgebreide woordenlijst van bij en overlegde met mijn redacteur over wat we wel en niet zouden vertalen. Zo was er een demon die Ravener heette. Als je deze serie leest en je bent een jaar of dertien, weet je dan dat het komt van ‘to raven’ en ‘ravenous’? Waarschijnlijk niet. Dit werd in het Nederlands Verslinder. Toen het eerste boek verfilmd werd is mijn woordenlijst naar de filmmaatschappij gegaan en is in de ondertiteling gebruikt gemaakt van mijn vertalingen. Dat vond ik supertof!

DromenjagersEen andere kinderboekenvertaling waar ik heel trots op ben is Dromenjagers van Thomas Taylor, geschreven voor een iets jongere doelgroep dan de meeste young adults. Dit spannende verhaal over jongens die kunnen tijdreizen had alles in zich om een soort nieuwe Harry Potter te worden, maar heeft het geloof ik niet zo goed gedaan. Soms gebeurt dat, dan verdwijnt een boek al snel naar de achtergrond. Zonde! Ik zag helemaal voor me dat het een succesvolle serie zou worden, maar in het Engels is het ook bij één deel gebleven.

Wat was je grootste vertaalblunder?
Een compleet foute inschatting van de tijd die ik nog had voor een boekvertaling. Het was een van mijn eerste vertalingen (geen kinderboek, maar een roman) en die liep een stuk minder soepel dan eerdere boekvertalingen. Het was een boek dat niet zo goed geschreven was, dus het ging veel langzamer dan verwacht. Ik had me helemaal verkeken op de planning. Complete paniek, maar ik wilde geen slechte reputatie krijgen dus ik heb niets gezegd tegen de uitgeverij.

Een vriendin die ook vertaalde en de master vertalen deed op dat moment, heeft me uit de brand geholpen door de laatste paar hoofdstukken voor me te vertalen. Ik heb haar vertaling uiteraard grondig doorgelezen en ik ben ermee weggekomen. Ik weet zeker dat niemand het heeft gemerkt. Zo’n fout maak je maar één keer. Ik heb inmiddels zo’n goed contact met redacteuren bij uitgeverijen dat ik dit nu nooit meer zou doen. Ik zou het eerlijk opbiechten en vragen om meer tijd of hulp, maar ik begon net en vond toen dat ik dat niet kon maken.

Is er verschil tussen vertalen voor kinderen/jongeren en vertalen voor volwassenen?
Nee, ik ga hetzelfde te werk. Toch hou ik iets meer rekening met de doelgroep. Zo weet een tiener hier niet automatisch hoe het Amerikaanse schoolsysteem in elkaar zit, wat Homecoming is, waar een bepaalde staat ligt of dat Harrods een warenhuis in Londen is. Nu maak ik van Harrods geen Bijenkorf, want dan krijg je een zogenoemde hema-vertaling en dat is niet de bedoeling. Maar ik kan het wel kort uitleggen.

Hoe kom je in beeld bij uitgevers?
Ik heb tijdens mijn studie stage gelopen bij een uitgeverij en zo ben ik aan mijn eerste vertaling gekomen. Niet eens bij die uitgeverij maar via iemand die daar werkte en die toen weer ergens anders ging werken. Toen dacht ik: mooi, nu heb ik er in ieder geval één gedaan en met die vertaling op zak ben ik uitgevers gaan bellen. Zo ben ik weer aan een opdracht gekomen. En zo ging het balletje rollen…

Zie je dingen veranderen in het vak?
Een ongelooflijk leuke ontwikkeling in het kinderboekenvak is de opkomst van toffe young adult-imprints en -uitgeverijen. De online fancultuur die er tegenwoordig is, is geweldig. Fans van een bepaalde serie weten elkaar, de auteur en ook de vertaler makkelijk te vinden. Als ik een vraag krijg per mail over een vertaling of het verzoek om vragen te beantwoorden voor iemands profielwerkstuk, ben ik altijd helemaal trots.

Iets wat niet genoeg verandert in het vertaalvak, zijn de tarieven. Ik ben me ervan bewust dat een vertaling een grote kostenpost is bij het uitbrengen van een boek. Maar realiseer je wel waar je voor betaalt. Het is vakwerk waar heel wat uren in zitten. Bovendien ben ik fulltime zzp’er en moet ik er gewoon mijn rekeningen van betalen. In het begin van mijn vertaalcarrière had ik er nog een baan naast – ik heb een tijdje in het onderwijs gewerkt – maar nu moet ik er van leven en dat kan helaas niet van fulltime boekvertalen.

Ik ben er een tijdje helemaal mee gestopt. Ik dacht echt: ik ben niet gek, ik laat me niet langer onderbetalen voor zulk intensief werk. Dat komt misschien wat hard over, maar zo voelde het echt. Nu vertaal ik toch weer af en toe. Ik doe het alleen als ik een boek heel tof vind, als er ruim de tijd voor is en het liefst ook als ik het samen kan doen met een collega. Dat halveert het aantal uren toch weer en geeft mij de gelegenheid om er nog ander werk naast te doen.

Je schrijft ook zelf boeken. Als je een ding moest kiezen, wat zou het dan zijn: vertalen of schrijven?
Schrijven (sorry!). Vertalen vind ik heel leuk, maar in schrijven kan ik me echt verliezen. Ik kan in zo’n flow komen dat er voor ik het weet uren voorbij zijn en ik krijg er heel veel energie van. Vertalen en schrijven lijken misschien iets heel verschillend maar er zijn veel overeenkomsten. Om goed te kunnen vertalen, moet je in de eerste plaats goed kunnen schrijven. Maar de vrijheid dat ik zélf mag bepalen waar het verhaal heengaat en dat ik schrijf wat ik graag zou willen lezen… daar kan vertalen niet tegenop.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s