Ik ben 54 jaar en woon gedeeltelijk in Nederland (Kudelstaart), gedeeltelijk in Frankrijk (Lormes), waar we dit jaar een huis hebben gekocht. Vertalen kan natuurlijk overal, als je maar goed internet hebt. Lang leve glasvezelkabel! Ik heb geen vertaalopleiding gedaan, maar Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam en ben daarna het vak ingerold van (eind)redacteur in de tijdschriftenbranche. Ik vertaal voornamelijk strips, maar ook steeds meer boeken.
Wanneer ben je begonnen met vertalen? Wat was je eerste vertaling?
Tot eind 2013 was ik chef redactie bij de jeugdbladen van Sanoma, waaronder Donald Duck en Tina. Na de reorganisatie daar bleek het makkelijker om vertaalwerk te vinden dan redactiewerk. In het begin heb ik nog wel wat gefreelancet als redacteur, maar nu vertaal ik bijna alleen nog maar. Dat had ik veel eerder moeten gaan doen!
Mijn eerste boek was Minecraft – Handboek voor beginners.
Welke vertaling van jou is het bekendste, denk je?
Ik denk dat die Minecraft-boeken (ik heb er inmiddels nog wat meer vertaald) onder de jeugd wel heel bekend zijn. Qua strips is het waarschijnlijk Roodbaard. Die kent toch iedereen?
Hoeveel boeken heb je inmiddels vertaald?
Met Minecraft-boeken en prentenboeken meegerekend 42. En een héleboel meer strips. Ik heb ze eens nageteld en het zijn er bijna driehonderd… Daar schrok ik best wel een beetje van.
Wat vind je het fijnste aan vertaler zijn? En wat vind je het minst fijne?
Ik vind het heerlijk om creatief bezig te zijn en met taal te spelen. Eigenlijk ben ik de hele dag boeken/strips aan het lezen. Wat wil je nog meer?! Eigen baas zijn vind ik ook erg prettig. Dat je niet direct en dagelijks contact hebt met collega’s, zie ik als het grootste nadeel. Gelukkig zijn er online de Vertalerskoffiehoek en de Boekvertalerslijst, die maken veel goed. En kater Stitch vindt het ook wel gezellig dat ik thuis werk!
Hoe ga je te werk?
Boeken lees ik meestal eerst, de strips niet. Vervolgens maak ik een grove vertaling. Dan print ik die en leest mijn man Hans alles na en maakt aantekeningen op papier. Ik lees die versie dan ook op papier en voer daarna de wijzigingen door. Dan weer een schone print die we meestal allebei nog een keer lezen, waarna we eventuele problemen en/of puzzels bespreken.
Welke hulpmiddelen gebruik je allemaal?
Van Dale Online, het internet in het algemeen om allerlei research te doen en vooral synoniemen.net en het Combinatiewoordenboek. Soms gebruik ik de vertaaltool MemoQ.
Wat zijn volgens jou de kenmerken van een perfecte vertaling?
Een boek moet naar mijn idee in eerste instantie lekker lezen, maar ik vind het ook belangrijk om trouw te blijven aan het origineel. Het is toch de creatie van iemand anders en daar kun je niet zomaar mee aan de haal gaan.
Aan welke vertaling heb je goede herinneringen?
Het dit jaar verschenen Sam Breker en het gevecht van de superschurken was echt zó leuk om te vertalen. Het speelt zich af in een ‘super’wereld en gaat over een jongen wiens ouders superschurken zijn, maar zelf is hij eigenlijk gewoon een goedzak. In dit boek moet hij leren om een superschurk te worden. Het leuke eraan was dat het volstond met rare, grappige namen en daar moesten we Nederlandse alternatieven voor verzinnen. Heel melig werden we daarvan. Wel fijn als je dat soort dingen met z’n tweeën kunt doen!
Kun je een voorbeeld geven van een fragment waar je erg tevreden over bent?
Hier zie je de stamboom van de familie van Sam Breker in het Engels en in het Nederlands. Ik ben wel blij met wat we ervan gemaakt hebben!
Wat was je grootste vertaalblunder?
Ergens in het begin heb ik een keer een heel grote opdracht aangenomen die ik uiteindelijk helemaal niet aankon. Ik schaamde me dood, maar ik moest de opdracht echt teruggeven. Waardoor ik de uitgever natuurlijk met een probleem opzadelde. Gelukkig zijn we even goede vrienden gebleven. Het voordeel ervan was dat ik goed ben gaan bijhouden hoelang ik over vertalingen doe, zodat ik beter kan plannen. Wel vind ik het nog steeds heel moeilijk om nee te zeggen tegen een opdracht, want het ene is meestal nog leuker dan het andere. Ach ja, in het weekend doorwerken zie ik over het algemeen niet als straf.
Wat vind je over het algemeen lastig om te vertalen?
Wat ik heel lastig vind, en wat mijn plezier in het vertalen behoorlijk kan verzieken, is wanneer je een te vertalen manuscript krijgt dat niet, of slecht, geredigeerd is. Ik kan dan zó afgeleid worden door alle fouten en inconsequente dingen die erin staan. Bovendien ben ik dan soms te veel bezig met alles recht breien in plaats van waarmee ik bezig zou moeten zijn: het vertalen.
Is er verschil tussen vertalen uit het Engels en vertalen uit het Frans?
Het grappige is dat ik heb gemerkt dat ik het soms heel moeilijk vind om uit het Engels te vertalen, omdat veel Engelse woorden zo bekend en ingeburgerd zijn dat ik vaak met geen mogelijkheid op de Nederlandse termen kan komen.
Wat zijn de verschillen tussen het vertalen van stripboeken en leesboeken?
Bij stripboeken komt er de extra puzzel bij dat de tekst in het tekstballonnetje moet passen. En soms is dat echt héél moeilijk. Vooral als er één woordje in een tekstballon staat, bijvoorbeeld ‘soon’ of ‘easy’. Je kunt echt niet iedereen ‘Eitje!’ laten zeggen… En veel van de strips die ik vertaal komen uit het Frans en Fransen zijn meesters in woordspelingen. Ook leuk puzzelen.
Een ander groot verschil is dat je veel langer doet over het vertalen van een boek dan over een strip. Een strip vertalen kost me gemiddeld een à twee dagen, afhankelijk van het aantal pagina’s en de moeilijkheidsgraad, en dat lukt met een boek natuurlijk nooit! Daardoor is strips vertalen heel afwisselend. Zo kan het gebeuren dat ik me de ene dag in een sterrenstelsel hier ver, heel ver vandaan bevind, en de volgende in Equestria.
Welk boek dat door iemand anders vertaald is, had je zelf graag willen vertalen?
De Hart van inkt-serie van Cornelia Funke. Wat een heerlijke fantasiewereld werd daarin geschapen! Maar ja, mijn Duits is niet zo best…
Welk boek dat nog niet vertaald is, wil je graag vertalen?
Ik heb vorig jaar een thriller vertaald uit het Italiaans van Barbara Baraldi, en zij heeft ook een aantal YA-boeken geschreven. Die heb ik nog niet gelezen, wel in de kast staan, maar het lijkt me heel leuk om die boeken van haar ook te vertalen. Ze schrijft heel goed en haar boeken worden in Italië goed ontvangen, dus ik heb er alle vertrouwen in. Bovendien had ik heel prettig contact met haar tijdens het vertalen van Aurora nel Buio, dus het lijkt me leuk om vaker samen te werken.
Hoe kom je in beeld bij uitgevers?
Mailen, mailen en nog eens mailen. Nou ja, dat was vooral in het begin. Inmiddels heb ik zo mijn ‘vaste’ opdrachtgevers en altijd wel genoeg te doen.
Maak je je wel eens zorgen over computervertalingen? Zullen die jouw werk overbodig maken?
Nee, daar ben ik echt niet bang voor. Kijk maar naar de pagina die ik als ‘Try this at home’ heb meegegeven. Daar kan een computervertaling vast geen chocola van maken.
Hoe zou de wereld eruitzien zonder kinderboekenvertalers?
Daar moet je toch niet aan denken?! Natuurlijk zijn er genoeg heel goede Nederlandse jeugdboekenschrijvers, en De Brief voor de Koning zal altijd een van mijn lievelingsboeken blijven, maar het zou toch jammer zijn als we Nederlandse kinderen de boeken van Enid Blyton zouden moeten onthouden of van Astrid Lindgren of van Cornelia Funke… En Harry Potter dan?! Nee, dat zou een heel sombere wereld worden.
Waar werk je op het moment aan?
De vertaling van deel 2 van ‘Sam Breker’ moet 1 december ingeleverd worden, en er staan deze keer nóg meer gekke namen en termen in, dus daar ben ik nu mee aan het puzzelen.
Wat lees je in je vrije tijd?
Het liefst jeugdboeken en fantasy. De laatste tijd probeer ik meer Nederlands te lezen, om mijn woordenschat uit te breiden en ook om te kijken hoe collega’s dingen aanpakken natuurlijk. Ik ben net begonnen met De wetten van de magie-serie van Terry Goodkind, daar ben ik nog wel even zoet mee, denk ik.