Een decennium als een rollercoaster – Inge Bergh

(het stuk van Inge Bergh en Inge Misschaert van precies tien jaar geleden vind je hier)

Toen de vraag kwam om te beschrijven hoe het mij als schrijfster de voorbije tien jaar is vergaan moest ik echt even op mijn eigen website kijken.

Ik heb de voorbije tien jaar namelijk heel veel geschreven.

Eigenlijk heb ik gewoon alles wat ik leuk vind aangepakt. Of het nu alleen was of samen met iemand anders. En ik scheef naast mijn eigen boeken ook best vaak boeken in opdracht.

Met Inge Misschaert schreef ik bijvoorbeeld ‘Het Pak Van De Kerstman’ dat in 2011 verscheen, een jaar later werkten we in opdracht aan ‘Het Blauwe Gevaar’: een leesboek dat kinderen moet aanzetten tot beter sorteren en recycleren van afval. Daar hoort een speldoos compleet met lestips bij. Ook het boek bij het televisieprogramma ‘Dieren In Nesten’ was een opdracht waarin we allebei met veel plezier onze tanden hebben gezet.

Samen met Sylvia Vanden Heede schreef ik dan weer de non-fictie voor het boek ‘Hond Weet Alles En Wolf Niets’.  Het boek werd bekroond met een Vlag en Wimpel.

Een prijs waar ik erg trots op ben.

Ik schreef natuurlijk ook heel vaak alleen.

Voor bekende figuurtjes als de Smurfen en Suske en Wiske hertaalde en bewerkte ik verhalen tot AVI-boekjes en ik schreef educatieve leesboekjes voor het taalonderwijs. Wist je dat vanaf dit schooljaar een heleboel kinderen uit het derde leerjaar aan de slag gaan met een lesboek Nederlands waarvoor ik alle themaverhalen schreef? Ook daar ben ik erg trots op. Net als op de talen waarin mijn boeken ondertussen al werden vertaald:  Engels, Frans, Zweeds, Deens, Portugees, Koreaans, en Chinees. Dat is toch al een behoorlijk lijstje.

De voorbije tien jaar ontdekte ik dat ik enorm hou van humor in boeken. Knotsgekke situaties, woordspelletjes en –grappen, ik ben er dol op.  Ik vind het ook leuk om een humoristische draai aan een verhaal te geven. Zoals de zus die haar broer op een rommelmarkt te koop zet omdat hij op haar zenuwen werkt. (Broer Te Koop).  Een bange Tok de kip die met een ei in haar broek zit (Tok Is Het Beu). Of de man die Warre, die de weg kwijt is, de raad geeft om vooral te blijven waar hij is: zo zal hij zeker niet verdwalen (Warres Vleugels).

Na het schrijven van ‘Zie Me Dan’, dat vooral door volwassenen werd gesmaakt vanwege de mooie taal, kreeg ik veel trieste verhalen van eenzame sleutelkinderen te horen. Ze hadden zich herkend in het boek. Toen vroeg ik mij af of herkenning genoeg is? Had ik ze niet meer kunnen geven? En waarom is het vaak gemakkelijker om verdriet en ellende in mooie taal te omschrijven dan, bijvoorbeeld, geluk en levenslust?

Ik besloot dat ik lezertjes niet alleen herkenning, maar ook een mogelijkheid tot ontsnappen wil geven: vrolijkheid en ontspanning in een wereld die soms strak staat van enorm menselijk leed en onrust. Ik wil goede boeken schrijven die grappig zijn en ook een beetje spannend.  Dat waren de boeken die ik als kind zelf graag las.

Zo verscheen vorig jaar ‘Help! Ik was Op TV!’ Dat boek gaat over een meisje dat als antiheld wordt opgevoerd in een trailer voor een televisieprogramma waar ze een gloeiende hekel aan heeft. De ene ongelofelijke situatie volgt de andere op en het is nog maar de vraag hoe ze zichzelf hieruit kan redden?

Volgend najaar verschijnt trouwens: ‘Help! Mijn oom is een inbreker (en dat kostte mij bijna het leven)!’ Zoals de titel al doet vermoeden wordt ook dit een heel spannend verhaal vol verrassende gebeurtenissen.

Hoe grimmiger de wereld wordt, hoe meer warmte ik in mijn boeken stop.

Zo heb ik ‘Dit Boek Gaat Over Jou’ van kaft tot kaft gevuld met liefde en knuffels.

In de voorbije tien jaar heb ik vooral veel rust gevonden al schrijver.

Ik weet wat ik wil en wat ik waard ben en dat zorgt voor heel veel schrijfplezier.

Of ik nu bekender ben dan tien jaar geleden?

Dat durf ik te betwijfelen.

Ik heb geen prijzenkast vol geschreven en ook geen reeksen waarvoor lezers in lange rijen staan aan te schuiven. Vaak schrijf ik in opdracht en dan staat mijn naam zelfs niet altijd op de kaft vermeld.

Maar wanneer ik ergens kom en ik kijk in de boekenkast, dan ontdek ik meestal wel één of meerdere van mijn (al dan niet in opdracht geschreven) boeken op de planken.

Nu ik op de voorbije tien jaar heb teruggekeken kan ik besluiten dat ik een gelukkige schrijver ben: een contente mens om het op zijn Vlaams te zeggen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s