(het stuk van Anne Marie Hoekstra van precies tien jaar geleden vind je hier)
Soms denk ik dat ik een beetje mislukt ben, als schrijfster. Ik kan namelijk bij lange na niet leven van het schrijven van boeken. Misschien komt dat doordat ik niet bereid ben alles op te offeren voor een schrijverscarrière. Je hebt creatieve geesten die genoegen nemen met droog brood en een slecht verwarmd huis, die een kluizenaarsleven leiden om zich geheel te kunnen wijden aan voltooiing van weer een nieuw kunstwerk of literair product.
Zo’n type ben ik niet. Ik wil zo nu en dan lang tafelen met vrienden, hen ook eens kunnen trakteren op een glas wijn op een zomers terras, mijn kinderen wat geld toestoppen voor rijlessen, mijn hypotheek netjes aflossen, versleten schoenen vervangen. Dus heb ik een baan. En houd ik een beperkte hoeveelheid tijd en energie over om te schrijven en – minstens zo belangrijk tegenwoordig – heb ik veel te weinig tijd om aan promotie van mijn boeken te doen. Lezingen geven, signeersessies bijwonen, schoolbezoekjes afleggen, bloggen, flitsende filmpjes op social media plaatsen, persberichten schrijven en versturen naar de kranten; ik heb het allemaal gedaan, maar veel te weinig. (Over promotie gesproken: laat ik meteen deze kans grijpen. Als u mijn naam intikt op Bol.com, vindt u zeven van mijn boeken, netjes onder elkaar. Bestelt u er gerust een paar.)
Maar, schrale troost: als ik mislukt ben, ben ik in goed gezelschap. Uit recent onderzoek van KVB Boekwerk, een kennis- en innovatieplatform voor het boekenvak, blijkt dat nog geen 0,7 procent van de Nederlandse schrijvers een minimuminkomen overhoudt aan de verkoop van zijn boeken. En het is me naast moederschap, een journalistieke baan en vrijwilligerswerk toch maar mooi gelukt om twee kinderboeken, drie jeugdromans en acht levensverhalen te schrijven. Dat laatste grotendeels in opdracht van klanten van Het Verhalenbureau, een bedrijfje dat mijn man en ik hebben opgezet omdat we zo van verhalen en boeken houden.
Mijn laatste kinderboek verscheen in 2009. Ik had toen drie jaar achter elkaar bijna al mijn vrije tijd in het schrijven van jeugdromans gestopt. En met een van mijn boeken een landelijke prijs gewonnen, veel energie gestopt in de promotie van mijn boeken, sociale contacten verwaarloosd. Ik was er even klaar mee. Want wat moet je er keihard voor werken en wat levert het weinig op.
‘De winst zit ‘m in niet-materiële dingen’, zei een vriendin. Tuurlijk. Maar mijn kinderen zaten in het voorgezet onderwijs, wilden mogelijk gaan studeren. En rekeningen kan ik helaas niet betalen met ‘niet-materiële dingen’. Als journalist kon ik meer uren gaan werken, netjes betaald. Dat deed ik.
Maar ja, hoe gaat dat met types die graag iets willen scheppen? Die vinden toch altijd weer momenten om iets creatiefs te doen. In februari 2012 begon ik een Twitteraccount en een blog, over mijn overgrootmoeder Plonia Loeve (1889-1969). Eigenlijk moet ik zeggen: via Twitter gaf ik Plonia een stem op social media, vanuit haar eigen eeuw. Dat project trok de aandacht van landelijke media en mondde uit in een boek over haar leven. Kort daarna werd ‘Het Verhalenbureau’ geboren. Voor diverse opdrachtgevers legde ik levensverhalen vast. Prachtig om te doen.
Of ik bekender ben dan tien jaar geleden, vroeg Richard Thiel. Om die vraag moest ik lachen. Geen idee. Daar heb ik nooit onderzoek naar gedaan. Die vraag houdt me ook niet bezig. En het is maar met wie je jezelf vergelijkt. Er hebben wel eens kinderen om mijn handtekening gevraagd. En af en toe zegt iemand op vragende toon tegen me: ‘U hebt een bekend gezicht’. Dan word ik verwachtingsvol aangekeken, maar ik weet dan nooit wat ik moet zeggen. Ja dat klopt, ik ben een bekende schrijfster? Of: Inderdaad, ik heb in landelijke kranten gestaan? Misschien lijk ik gewoon op iemand die ze kennen.
Ook op een andere vraag van Richard moet ik het antwoord schuldig blijven: wat gaat er de komende tien jaar gebeuren? Ik hoop vooral dat de komende jaren me veel aangename, waardevolle uren zullen brengen in het gezelschap van vrienden en familie. Dat ik veel mooie boeken zal kunnen lezen. En ook regelmatig de tijd zal vinden om zelf iets te schrijven. Misschien zelfs een boek, je weet maar nooit!