Ik ben H.C. Kaspersma. Helena Christian, wat afgekort wordt tot Chriss. Ik ben 36 jaar en heb Kunst en Cultuur, Nederlands en Literatuurwetenschap gestudeerd. Ik woon in het prachtige Utrecht, en als ik niet aan het werk ben, lees ik natuurlijk graag! Verder houd ik van gamen, series kijken, naar de bioscoop gaan en fietsen of wandelen. En katten.
Wanneer ben je begonnen met vertalen? Wat was je eerste vertaling?
In 2012 vertaalde ik mijn eerste boek: 15 dagen zonder hoofd van Dave Cousins. Het duurde heel lang voor het boek werd uitgebracht, en nadat ik die vertaling had ingeleverd ben ik een paar jaar niet verder gegaan met vertalen. Maar toen het eenmaal was uitgegeven werd het genomineerd voor de Gouden Lijst! Dat was echt super; ik had slechts één boek vertaald, en er werd gelijk al zo veel aandacht aan besteed. Het boek won nét niet, maar ik heb er wel een eervolle vermelding voor mijn allereerste vertaling van het CPNB aan overgehouden!
Welke vertaling van jou is het bekendste, denk je?
Ik denk dat dat momenteel The Glittering Court van Richelle Mead is… Maar als ik kijk naar uitleencijfers van de Lira, dan wordt mijn vertaling van De Tepper-tweeling maakt New York onveilig van Geoff Rodkey het meest uitgeleend in de bibliotheken.
Hoeveel boeken heb je inmiddels vertaald?
Nog niet zo heel veel, een stuk of twaalf. Plus nog twee vertalingen die al wel klaar zijn, maar die nog uitgegeven moeten worden.
Wat vind je het fijnste aan vertaler zijn? En wat vind je het minst fijne?
Fijn: mogen lezen als werk, creatief werk hebben, mijn hersenen gebruiken (ik heb vroeger een jaar lang in een fabriek gewerkt. Ha, dat wil je echt niet), overal kunnen werken waar ik wil, maar bovenal: dat ik me de gehele dag in een andere wereld mag begeven!
Minder fijn: je eigen financiën moeten regelen. Mijn god, dáár ben ik slecht in!!! Gelukkig bestaan er boekhouders.
Hoe ga je te werk?
Eerst lees ik het boek helemaal door. Niet eens met de blik van een vertaler, maar gewoon met de blik van een doorsnee lezer. Als ik het uit heb dan zet ik pas mijn vertalersbril op, en neem ik het boek nog een keer door om alvast aantekeningen te maken en dingen op te schrijven waar ik rekening mee moet houden. Dan begin ik gewoon bij pagina 1 met vertalen. Eerst in klad. Wat ik vaak doe, is ’s ochtends het stuk doornemen dat ik de dag ervoor heb vertaald. Dan pas ik al veel aan: haal ik er foutjes uit, vervang ik bepaalde woorden, gooi ik zinnen om, enz. Als ik dan de kladversie af heb, neem ik de gehele tekst weer door en verandert er weer heel veel. Op het allerlaatst doe ik ‘de grote doorloop’, wat betekent dat ik mijn vertaling weer lees met de blik van een lezer in plaats van een vertaler. En dan stuur ik het geheel naar de redacteur.
Welke hulpmiddelen gebruik je allemaal?
Koffie. Heeeeel veel koffie. En verder al die standaard woordenboeken, websites en hulpmiddelen die andere vertalers ook gebruiken. En een boekenstandaard! Die is niet meer weg te denken van mijn bureau.
Hoe ziet je werkdag er ongeveer uit?
Ten eerste slaap ik lang uit. Ik ben niet iemand die om acht uur ’s ochtends al helemaal klaar zit voor een werkdag tot vijf uur ’s middags. Meestal werk ik direct wanneer ik uit bed ben één à twee uurtjes, dan pas neem ik een douche, en dan zie ik wel hoe de rest van de werkdag verloopt. Ik heb geen vast ritme, soms werk ik juist ’s nachts omdat mijn concentratie dan opeens piekt. Soms ga ik in een koffietentje werken. Soms werk ik samen met vrienden (die thuiswerken of ook zzp’er zijn). Andere dagen ga ik een hele dag in het park zitten werken/lezen. Meestal zit ik gewoon in mijn eentje thuis te werken. Zonder vaste tijden. Ik zoek zoveel mogelijk afwisseling in mijn werkdagen, een vast ritme is toch net iets te saai voor mij. Maar dat vind ik nou juist zo leuk aan vertaler zijn: dat je je eigen werktijden kunt indelen, en zelf mag bepalen of je ineens een pauze van twee uur inlast. Heerlijk!
Over welke vertaling ben je het meest tevreden?
Ik ben tevreden over al mijn vertalingen, misschien op twee na. Maar als ik moet kiezen… denk ik toch de vertalingen van Richelle Meads boeken. Sowieso wilde ik, voor ik vertaler werd, juist háár boeken vertalen. Om te oefenen heb ik altijd haar romans gebruikt, en toen ik plotseling de opdracht kreeg voor The Glittering Court voelde ik me zeer vereerd. Ik ben er in elk geval het meest trots op.
Aan welke vertaling heb je goede herinneringen?
Aan mijn allereerste vertaling, 15 dagen zonder hoofd. Ten eerste voelde het geweldig dat ik zomaar een vertaalopdracht bij een grote uitgeverij had binnengesleept. Vanuit het niets! Het verhaal over Laurence en zijn broertje Jay vond ik práchtig, en het zal denk ik altijd mijn lievelingetje blijven. Ik heb erg veel gelachen ook tijdens het vertaalproces. Hardop. Als ik dan even iets anders moest doen dan vertalen, moest ik weer helemaal landen in de ‘echte’ wereld. Dan had ik het idee dat ik Laurence in de supermarkt tegen zou komen.
Ik heb het boek vertaald in mijn toenmalige kantoortje, waar ik altijd heel lekker zat, maar waar ik later uit moest omdat het werd omgebouwd tot dokterspraktijk. Als ik de vertaling van 15 dagen weer teruglees, waan ik me weer helemaal terug in dat fijne kantoortje.
Wat vind je over het algemeen lastig om te vertalen?
Actiescènes. Die kan ik me maar moeilijk inbeelden. En om goed te kunnen vertalen moet je natuurlijk alles helder voor je zien, vooral als er veel tegelijk gebeurt in één scène. Volgens mij doe ik over een actiescène twee, drie, vier keer zo lang als over een wetenschappelijk relaas.
Welk boek dat door iemand anders vertaald is, had je zelf graag willen vertalen?
De Bovenwereld-serie van Scarlett Thomas. Deel 1, Drakendal en deel 2, De magiërs. Ik ben stiekem hartstikke jaloers op Anne Douqué! Sinds ik Scarlett Thomas ontdekte ben ik al fan. Ze schreef tot voor kort alleen voor volwassenen, waarvan er maar 1 boek naar het Nederlands was vertaald. Dat haar kinderboekenserie vertaald werd is compleet langs me heen gegaan, tot ik Drakendal in de winkel zag staan. Wat een gewéldig verhaal weer!
Van welke schrijver zou je graag eens een boek vertalen?
Scarlett Thomas, dus. Ik zou erg graag de rest van haar boeken voor volwassenen willen vertalen, want veel mensen in Nederland missen nu een geweldige Britse auteur. Qua YA-boeken spreken P.C. en Kristin Cast me wel aan, en qua kinderboeken heb ik nog een hele waslijst van auteurs die ik wel zou willen vertalen. Vooral klassiekers, die al vertaald zijn.
Welk boek dat nog niet vertaald is, wil je graag vertalen?
It’s Kind of a Funny Story van Ned Vizzini. Ik heb het weleens aangedragen bij redacteurs, maar ze vinden het te oud (het is een boek uit 2006). Erg jammer, want het is een van de betere YA boeken die ik in de afgelopen vijf jaar heb gelezen.
Hoe kom je in beeld bij uitgevers?
Gewoon door e-mails te sturen. Soms een keertje bellen. In de tijd dat ik nog in een boekwinkel werkte (ik heb negen jaar lang in boekwinkels gewerkt) kwam ik toevallig weleens een redacteur als klant tegen, en kwam ik zo in contact met een uitgeverij. Maar doorgaans is het gewoon mailen, hoor. Zij mailen mij of ik mail naar hen.
Maak je je wel eens zorgen over computervertalingen? Zullen die jouw werk overbodig maken?
Ja! Ik zie dat mijn collega kinderboekenvertalers er niet bang voor zijn, maar… Ik zéker wel! Nou ja, bang is een groot woord. Het zal vast niet binnen een paar jaar gebeuren… Maar als je naar alle ontwikkelingen rondom AI kijkt, dan zie ik dat echt wel een keertje gebeuren. Dan kun je het hebben over menselijke emoties, en weet ik niet wat allemaal, maar die computer gaat ons echt wel inhalen. (Of lees ik te veel SF?)
Waar werk je op het moment aan?
Ik heb net een vertaling ingeleverd, en heb momenteel eventjes niets. Er stond een vertaling gepland in mijn agenda voor nu, maar ik heb net te horen gekregen dat die toch niet doorgaat… Daar ben ik erg verdrietig om, want het was een gewéldig boek!
Als ik eventjes niet met vertalen bezig ben doe ik vaak ook redactie- en correctiewerk, en typ ik af en toe transcripten uit. Momenteel werk ik aan een reeks transcripten. Er staat wel een nieuwe vertaling gepland voor over een paar maanden – dat wordt deel 2 uit een heel leuke, spannende kinderboekenreeks! Maar deel 1 daarvan moet eerst nog uitkomen, dus ik verklap nog even niets.
Wat lees je in je vrije tijd?
Vaak lees ik Nederlandse vertalingen van YA. Ik vind het belangrijk om een beetje up-to-date te blijven in dat genre. Daarnaast vaak klassiekers, gothic novels, af en toe eens een thriller, maar het liefst nog rare en (ver)vreemde(nde) literatuur. Ik heb literatuurwetenschap gestudeerd, daardoor blijf ik denk ik wel een alles-lezer. Alles wat fictie is, zeg maar. Mits het goed geschreven is. Slecht geschreven boeken smijt ik nog weleens door de kamer… Mijn favoriete schrijvers zijn Scarlett Thomas, Anne Rice, Margaret Atwood, Haruki Murakami, Richelle Mead en Renate Dorrestein. Non-fictie vind ik dan weer niet zoveel aan. Dan heb ik aan een artikel wel genoeg.